De weerstandsratio komt bij de Begroting 2023 uit op een stand van 1,6. Dat is aanzienlijk boven de met de raad afgesproken grens van 1,0 maar is tegelijkertijd een daling ten opzichte van de in de Kaderbrief 2023 opgenomen ratio van 2,3. Belangrijkste veroorzakers van deze daling zijn de in deze begroting voorgestelde onttrekkingen uit de Algemene reserve vanwege de dekking van intensiveringen uit het Politiek Akkoord en de aanvulling van de reserve Crisis- en Herstelfonds.
Op basis van bovenstaand beeld zou geconcludeerd kunnen worden dat de ratio en surplusruimte relatief hoog blijven ten opzichte van de norm van 1,0. Daar hoort direct de nuancering bij dat het Grondbedrijf werkt aan een verdere actualisatie van het eigen risicoprofiel voor 2023 vanuit het scenario dat de algemene macro-economische parameters verslechteren als gevolg van toegenomen onzekerheden ten aanzien van economische groei. Deze uitwerking kan een aanzienlijke verslechtering van het totale bedrag aan risico's met zich meebrengen.
In de paragraaf Grondbeleid is een verdere uiteenzetting opgenomen van de onzekerheden waarvoor het Grondbedrijf in 2023 gesteld staat. Van belang is daarnaast te vermelden dat de nieuwe nota Risicobeheersing en Weerstandsvermogen nog in 2022 aan de raad wordt voorgelegd, waarna deze begin 2023 vastgesteld kan worden. In de nieuwe nota worden de bestaande kaders geactualiseerd en worden enkele nieuwe kaders toegevoegd die betrekking hebben op de surplusruimte en de wisselwerking tussen de Algemene reserve en de Reserve Grondbedrijf.
Naast bovengenoemde onzekerheden spelen er landelijk meerdere crises waarmee we momenteel te maken hebben. De kans dat we, na meerdere jaren van economische groei - zelfs nog in het laatste coronajaar - in een economische recessie belanden, is geen ondenkbeeldig scenario.
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Zo spelen er diverse ontwikkelingen die binnen een tijdsbestek van enkele jaren zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben op de vermogenspositie en hiermee de ratio van het weerstandsvermogen. Te denken valt hierbij aan te nemen besluiten en verwachtingen omtrent:
- de blijvende financiële druk op de exploitatie vanuit de grote decentralisaties, met name Jeugd en WMO, en hiermee gepaard gaande financiële afwegingen.
- het definitieve jaarrekeningresultaat 2022.
- de winstpotentie op diverse grondexploitaties vanuit het Grondbedrijf.
- het structureel sluitend krijgen en houden van de meerjarenbegroting.
In de paragraaf Grondbeleid wordt separaat uitleg gegeven over het risicoprofiel en de algemene reserve van het Grondbedrijf.