We bevinden ons op dit moment in een bijzonder onzekere tijd. De oorlog in Oekraïne en de fors stijgende energie-, materiaal- en voedselprijzen betekenen ook financieel veel onzekerheden. Hoewel het Rijk gemeenten tot en met 2025 van voldoende financiële middelen lijkt te voorzien, is dat vanaf 2026 niet meer het geval. Vanaf dat jaar wordt de algemene uitkering niet meer geïndexeerd en staat de gemeentelijke opschalingskorting weer in volle omvang in de rijksbegroting. Het Rijk geeft aan vanaf 2026 te willen gaan werken met een groter lokaal belastinggebied, onder gelijktijdige verlaging van het nationale belastinggebied.
Nu het Rijk, als belangrijkste geldverstrekker, gemeenten steeds meer incidenteel middelen ter beschikking stelt, dwingt dat ons als lokale overheid om ook steeds meer uitgaven incidenteel te dekken. Dat kan gelukkig ook, omdat we als Dordrecht nog steeds een zeer goede reservepositie hebben. Dit neemt niet weg dat we blijven kijken naar de langere termijn. Bijvoorbeeld met de Agenda Dordt 2030, de programma's hierbinnen hebben de potentie om op termijn voor hogere inkomsten dan wel lagere kosten voor de gemeente te zorgen.
De sterk oplopende inflatie, het exploderen van de gasprijzen en het missen van het jaarlijkse Stedin dividend, zijn ontwikkelingen die sterk drukken op de meerjarenbegroting. Dat stelt ons voor uitdagingen in de structurele exploitatie. Daar tegenover staan ook kansen, zoals een stijgende algemene uitkering vanuit het Rijk (ook door meer inwoners) en toenemende OZB-inkomsten als gevolg van meer woningen en bedrijven. Wanneer onze groei-ambities op termijn inderdaad leiden tot een meer robuuste meerjarenbegroting, geeft dit de mogelijkheid om de ontwikkeling die we als stad doormaken ook structureel in de begroting in te bedden.
Algemene Dekkingsmiddelen
In de zes begrotingsprogramma's is beschreven wat we concreet willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en wat het mag kosten. Het onderdeel Algemene Dekkingsmiddelen is relatief beleidsarm en wijkt, evenals de overige onderdelen onder de Financiën van Dordrecht, in opzet en inhoud af van die structuur.
Om de begroting structureel en reëel in evenwicht te houden, moet tegenover kosten ook een dekking staan. Voor een groot deel zijn dat de algemene dekkingsmiddelen: inkomsten van de gemeente die vrij besteedbaar zijn.
Financiële uitgangspunten
Om onze financiële huishouding gezond te houden en ook in de toekomst gesteld te staan, hanteren we de volgende uitgangspunten:
- Het structureel sluitend houden van de begroting is een grote uitdaging. We blijven ons inzetten voor een sluitende meerjarenbegroting, voor in ieder geval de periode 2023-2025, waarbinnen de ambities van het Politiek Akkoord 2022-2026 waargemaakt moeten worden.
- De komende bestuursperiode willen we zorgvuldig omgaan met het belastinggeld van de inwoners. We staan voor een ten opzichte van andere gemeenten bescheiden en in relatie tot onze voorzieningen en financiële uitdagingen, reëel gemeentelijk lastenniveau.
- We willen aan de bestaande norm voor de weerstandsratio van minimaal 1 blijven vasthouden om in staat te zijn risico's op te kunnen vangen.
- We maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande en nieuwe externe middelen (fondsen vanuit Europa, het Rijk, provincie en andere partners), waarbij gemeentelijke middelen worden ingezet als cofinanciering, vliegwiel en soms voorfinanciering.
- We werken met gemeenschapsgeld, waarbij we hechten aan een transparante verantwoording. We optimaliseren de P&C-producten via de lijn van de Nota Kiezen, Sturen en Verantwoorden 2022-2026 . Daarnaast actualiseren we de financiële spelregels middels aanpassing van de Financiële Verordening teneinde de financiële sturing en verantwoording beter in te bedden.