Inleiding

Financiële hoofdlijnen

De Kaderbrief 2023 is normaliter de basis van de financiële begroting. Voor het eerst hebben wij de kaderbrief echter in de vorm van een raadsinformatiebrief gepresenteerd zonder besluitvormend karakter.

Na de kaderbrief hebben wij op 14 juni 2022 - wederom via een raadsinformatiebrief - de effecten uit de Meicirculaire 2022 en het voorlopige overzicht van beleidsintensiveringen uit het Politiek Akkoord voor de periode 2023-2026 inzichtelijk gemaakt voor de raad.

Na de kaderbrief is er aanvullend inzicht gekomen in enkele autonome ontwikkelingen, knelpunten en dekkingsmiddelen, waaronder de verwerking van de meerjarige rijksbudgetten voor Jeugd. Daarnaast zijn er in de periode juni tot en met september 2022 ontwikkelingen geweest, zoals stijgende energielasten en de technische doorrekening van de nieuwe kapitaallasten, die van invloed zijn geweest op het begrotingssaldo (opgenomen bij het onderdeel Mutaties ).

Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat het financieel perspectief conform onderstaande tabel wijzigt. Voor alle jaren is sprake van een aanzienlijke verbetering van het perspectief. Voor het (ravijn)jaar 2026 is en blijft het negatieve saldo een (landelijk) zorgpunt.

Onderstaande tabel laat het saldo van de Begroting 2023 en meerjarenraming zien.

Bedragen x € 1.000

2023

2024

2025

2026

Eindsaldo Begroting 2022

1.005

-3.352

-2.695

-1.849

Besluiten na vaststellen Begroting 2022

-7

-37

-44

-46

Startpositie meerjarenraming 2023-2026

998

-3.389

-2.739

-1.895

1. Autonome ontwikkelingen

-19.989

-19.530

-19.359

-19.459

2. Indexeren

-12.041

-12.041

-12.041

-12.041

3. Knelpunten

-2.276

-1.315

-1.035

-917

4. Mutaties

-5.026

73

187

-1.312

5. Dekkingsmaatregelen

42.916

44.963

45.023

22.667

Eindsaldo Begroting 2023

4.582

8.761

10.036

-12.957

In de Begroting 2023 zijn autonome ontwikkelingen , indexaties , knelpunten en mutaties verwerkt en zijn dekkingsmaatregelen ingevuld/aangepast. Het begrotingssaldo is voor 2023 tot en met 2025 positief. Na correctie van de incidentele baten en lasten ontstaat het structurele begrotingssaldo Ook hier geldt dat er in de jaren 2023 tot en met 2025 sprake is van een structureel voordelig saldo. Dat wil zeggen dat structurele lasten volledig door structurele baten worden gedekt. Dat geldt niet voor het jaar 2026, waarover de minister van Binnenlandse Zaken heeft toegezegd de gemeenten nog in 2022 meer duidelijkheid te geven.

Naast de prima uitgangspositie in de exploitatie is ook de algehele Dordtse financiële positie solide. Als we kijken naar de inkomsten van de gemeente, dan geldt dat Dordrecht een belastingcapaciteit van 88% heeft. Dat wil zeggen dat de lokale lastendruk in Dordrecht 12% lager is ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Deze onbenutte belastingcapaciteit kan, wanneer noodzakelijk, worden ingezet voor verbetering van de exploitatie.

Ook de vermogenspositie is al jaren achtereen gezond. Door dit vermogen eerder al in te zetten voor investeringen in de Agenda Dordt 2030 en nu bij deze begroting ook voor intensiveringen uit het Politiek Akkoord investeren we meerjarig in een verbetering van de structurele, sociaal economische positie en het verdienvermogen van onze stad. Dat is gewenst omdat het hoge voorzieningenniveau gegeven de sociaal-economische positie van Dordrecht, nog niet kan leunen op structureel voldoende draagvlak om deze voorzieningen waar de inwoners van de stad trots op zijn ook duurzaam in stand te houden. Focus op de realisatie van deze ambitie blijft daarbij van cruciaal belang.

Deze pagina is gebouwd op 10/11/2022 07:35:09 met de export van 10/11/2022 07:21:33